Goedemorgen, of is het misschien goedenavond? Deel1
Misschien slaap je nog, rust je uit om straks weer aan een nieuwe dag te beginnen. Je accu opladen om te doen wat je graag wilt doen, ook al weet je nog niet wat die dag zal brengen. De toekomst is onbekend, zelfs als het maar voor vijf minuten is.
Of misschien ben je nog wakker, omdat iets je bezighoudt. Is het je lichaam dat moeite heeft met alles wat het moet verwerken? Of is het je hoofd dat niet tot rust komt?
Ik kan je vertellen: nachten kunnen soms lang zijn. Mijn lichaam geeft regelmatig aan dat het moeite heeft met wat ik erin stop. Soms is het gewoon van slag, zonder duidelijke reden. En soms duurt het langer, zo lang dat ik contact opneem met het ziekenhuis, gewoon om zeker te weten dat er niets ernstigs aan de hand is. Om te bevestigen dat wat ik doe, goed is.
Elke dag ben ik alert. Ik denk constant na over wat ik wel kan eten, waar ik rekening mee moet houden. De hele dag door ben ik bezig met wat goed voor mij is. En dan volgt de nacht, waarin ik blijf piekeren over wat ik misschien verkeerd heb gedaan, terwijl mijn lichaam protesteert en ik niet kan slapen.
Je hoort vaak: “Je moet beter voor jezelf zorgen. Let op je grenzen. Ga er niet overheen.” Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik ben nu een jaar ziek vanuit mijn werk. Het lukt me niet meer om veertig uur te werken, iets wat vroeger geen probleem was. Werk dat zwaar is, zorgt nog dagenlang voor pijn. Fijn werk laat mijn handen verkrampen, waardoor ik dingen laat vallen die ik vasthoud.
Elke dag is een dag van rekening houden. Nadenken over wat ik nog kan, of eigenlijk wat ik niet meer kan. Zelfs iets simpels als een kopje thee of koffie vasthouden is een uitdaging geworden.
Ik heb mijn hele leven hard gewerkt, mezelf geleerd door te gaan totdat het klaar was. Nu sta ik aan de andere kant, en praten ze over eerste en tweede spoor, over nieuwe uitdagingen binnen de Nederlandse wetgeving.
Complimenten
Vroeger leefde ik van de complimenten van anderen. Als iemand met een probleem kwam, had ik een oplossing. Ik voelde me goed in wat ik deed.
Maar toen die complimenten wegvielen, omdat mijn lichaam het niet meer toeliet, moest ik mensen teleurstellen. En zonder die bevestiging begon ik aan mezelf te twijfelen. Ik werd kritisch, soms zelfs hard voor mezelf. Ik cijferde mezelf weg en stopte met liefhebben.
Ik ging dingen uit de weg, keuzes die ik moest maken en die afhankelijk waren van mijzelf, werden uitgesteld. Mijn eigenwaarde leek te verdwijnen.
Uitstellen
Uitstellen is een kunst op zich. Je hebt er bepaalde kwaliteiten voor nodig. Het is niet zomaar iets.
Ik ben er goed in, want ik denk na over het uitstellen. Ik weeg alle voor- en nadelen af, soms denk ik zelfs een paar stappen vooruit. Ik maak geen snelle keuzes; het moet een doordachte beslissing zijn, want er hangt veel van af.
Het voelt alsof ik voor de ingang van een labyrint sta. In mijn gedachten zie ik de uitgang, maar ik weet niet hoe ik er moet komen.
Wat zou een ander ervan vinden? Hoe kijken zij ertegen aan? Zal mijn mening standhouden? Kan ik verdragen wat anderen ervan vinden? En wat vind ik er zelf van? Doet mijn mening er eigenlijk toe?
Toch kom ik vaak niet eens toe aan het maken van een keuze, omdat dat ruimte vraagt. Ruimte in mijn hoofd, een plek waar ik alles op een rijtje kan zetten: goed of slecht, waarheid of leugen, weten wat het juiste is om te doen.
Welke leugen herken jij bij jezelf?
Is het angst, onzekerheid, trots, bitterheid of een gebrek aan vertrouwen?
Volgende week een vervolg. Mag ik je dan weer ontmoeten?
Maak jouw eigen website met JouwWeb